Vertaling van aannemen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aannemen, aanwerven, huren, in dienst nemen, tewerkstellen {ww.}
mieten
einstellen
anstellen
in Lohn nehmen
in Dienst nehmen
heuern
dingen
anwerben

ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen

ich werde mieten
du wirst mieten
er/sie/es wird mieten
» meer vervoegingen van mieten

Ik wilde een bus huren.
Ich wollte einen Bus mieten.
Ik wilde een touringcar huren.
Ich wollte einen Reisebus mieten.
aannemen, menen, stellen, vermoeden, veronderstellen {ww.}
voraussetzen
vermuten

ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen

ich werde voraussetzen
du wirst voraussetzen
er/sie/es wird voraussetzen
» meer vervoegingen van voraussetzen

adopteren, aannemen, zich eigen maken {ww.}
adoptieren
sich zu eigen machen
übernehmen
zu sich nehmen
an Kindes statt annehemen

ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen

ich werde adoptieren
du wirst adoptieren
er/sie/es wird adoptieren
» meer vervoegingen van adoptieren

Het paar besloot een wees te adopteren.
Das Paar entschied sich, ein Waisenkind zu adoptieren.
accepteren, aannemen, ontvangen {ww.}
einwilligen in
hinnehmen
eingehen auf
auf sich nehmen
sich gefallen lassen
aufnehmen
im Empfang nehmen
entgegennehmen
akzeptieren
annehmen

ik zal aannemen
jij zult aannemen
hij/zij/het zal aannemen

ich werde hinnehmen
du wirst hinnehmen
er/sie/es wird hinnehmen
» meer vervoegingen van hinnehmen