Vertaling van aanpassen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanpassen, accommoderen {ww.}
anpassen
angleichen
anbequemen

ik zal aanpassen
jij zult aanpassen
hij/zij/het zal aanpassen

ich werde anpassen
du wirst anpassen
er/sie/es wird anpassen
» meer vervoegingen van anpassen

accommoderen, adapteren, aanpassen, conformeren, aanbrengen {ww.}
außerdem anordnen
daneben anordnen
anfügen
angleichen
anpassen
adaptieren

ik zal aanpassen
jij zult aanpassen
hij/zij/het zal aanpassen

ich werde anfügen
du wirst anfügen
er/sie/es wird anfügen
» meer vervoegingen van anfügen

accommoderen, schikken, aanpassen, richten, assimileren, plooien, voegen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
sich anschmiegen
sich anfügen
sich schicken
sich fügen
sich angleichen
sich anpassen
beproeven, passen, aanpassen, proberen, toetsen, uitproberen {ww.}
versuchen
probieren
prüfen
erproben

ik zal aanpassen
jij zult aanpassen
hij/zij/het zal aanpassen

ich werde versuchen
du wirst versuchen
er/sie/es wird versuchen
» meer vervoegingen van versuchen

Laten we het nog eens proberen.
Lass es uns noch einmal versuchen.
Deze keer zal ik het proberen.
Dieses Mal werde ich es versuchen.