Vertaling van aantreffen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aantreffen, ontmoeten, tegemoet treden, tegenkomen, treffen {ww.}
begegnen
antreffen

ik zal aantreffen
jij zult aantreffen
hij/zij/het zal aantreffen

ich werde begegnen
du wirst begegnen
er/sie/es wird begegnen
» meer vervoegingen van begegnen

vinden, bevinden, treffen, aantreffen {ww.}
finden
ermitteln
befinden

ik zal aantreffen
jij zult aantreffen
hij/zij/het zal aantreffen

ich werde finden
du wirst finden
er/sie/es wird finden
» meer vervoegingen van finden

Ik moet het vinden.
Ich muss es finden.
Ik moet het vinden.
Ich muss es finden.


Gerelateerd aan aantreffen

ontmoeten - tegemoet treden - tegenkomen - treffen - vinden - bevinden