Vertaling van afgedwongen

Inhoud:

Nederlands
Duits
gedwongen, afgedwongen, noodgedwongen, onvrijwillig, gekunsteld, gemaakt, gewrongen {bn.}
affektiert
geziert
gezwungen
gekünstelt
unnatürlich
afdwingen, afpersen, knevelen {ww.}
erzwingen

ik heb afgedwongen
jij hebt afgedwongen
hij/zij/het heeft afgedwongen

ich habe erzwungen
du hast erzwungen
er/sie/es hat erzwungen
» meer vervoegingen van erzwingen



Gerelateerd aan afgedwongen

gedwongen - noodgedwongen - onvrijwillig - gekunsteld - gemaakt - gewrongen - afdwingen - afpersen - knevelen