Vertaling van beetkrijgen

Inhoud:

Nederlands
Duits
beetkrijgen, beetnemen, pakken, vangen, vastpakken, vatten {ww.}
fangen
fassen
erwischen
ertappen
ergreifen
erbeuten

ik zal beetkrijgen
jij zult beetkrijgen
hij/zij/het zal beetkrijgen

ich werde fangen
du wirst fangen
er/sie/es wird fangen
» meer vervoegingen van fangen

Katten vangen muizen.
Katzen fangen Mäuse.
We zetten vallen om kakkerlakken te vangen.
Wir haben Fallen ausgelegt, um Kakerlaken zu fangen.


Gerelateerd aan beetkrijgen

beetnemen - pakken - vangen - vastpakken - vatten