Vertaling van bij wijlen

Inhoud:

Nederlands
Duits
af en toe, bij tijd en wijlen, bij wijlen, nu en dan, van tijd tot tijd {bw.}
dann und wann
von Zeit zu Zeit
zeitweilig
hin und wieder
ab und zu
plakken, resideren, verblijf houden, vertoeven, wijlen, verwijlen {ww.}
verweilen
weilen

wij wijlen
jullie wijlen
zij wijlen

wir verweilen
ihr verweilt
sie verweilen
» meer vervoegingen van verweilen