Vertaling van duw

Inhoud:

Nederlands
Duits
douw [m], drang [m], duw [m], stoot, por, zet {zn.}
Trieb [m] (der ~)
Stoß [m] (der ~)
douwen, dringen, duwen, stoten {ww.}
treiben
rücken
stoßen
dringen

ik duw

ich treibe
» meer vervoegingen van treiben



Gerelateerd aan duw

douw - drang - stoot - por - zet - douwen - dringen - duwen - stoten