Vertaling van gapen
Inhoud:
Nederlands
Duits
gapen, geeuwen {ww.}
gähnen
wij gapen
jullie gapen
zij gapen
wir gähnen
ihr gähnt
sie gähnen
» meer vervoegingen van gähnen
gapen, wijd openstaan {ww.}
gähnen
klaffen
klaffen
wij gapen
jullie gapen
zij gapen
wir gähnen
ihr gähnt
sie gähnen
» meer vervoegingen van gähnen
dom kijken, gapen, aangapen {ww.}
gaffen
wij gapen
jullie gapen
zij gapen
wir gaffen
ihr gafft
sie gaffen
» meer vervoegingen van gaffen