Vertaling van geeuwen
Inhoud:
Nederlands
Duits
gapen, geeuwen {ww.}
gähnen
wij geeuwen
jullie geeuwen
zij geeuwen
wir gähnen
ihr gähnt
sie gähnen
» meer vervoegingen van gähnen
gaap , geeuw (mv. geeuwen) {zn.}
Gähnen