Vertaling van gebouw

Inhoud:

Nederlands
Duits
bouw [m], constructie [v], gebouw [o], opbouw {zn.}
Bau [m] (der ~)
Erbauung [v] (die ~)
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Das Gebäude befindet sich im Bau.
bouwwerk [o], gebouw [o], perceel [o], bouwsel, constructie {zn.}
Gebäude [o] (das ~)
Bau [m] (der ~)
Bauwerk [o] (das ~)
Het VN-gebouw is zeer indrukwekkend.
Das U.N.-Gebäude ist sehr imposant.
Moet je dat hoge gebouw zien.
Schau das große Gebäude da an.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Het VN-gebouw is zeer indrukwekkend.

Das U.N.-Gebäude ist sehr imposant.

Moet je dat hoge gebouw zien.

Schau das große Gebäude da an.

De politie heeft het gebouw omsingeld.

Die Polizei haben das Gebäude umgegeben.

Kijk naar het grote gebouw daar.

Sieh dir das große Gebäude dort drüben an.

Het gebouw is op het moment in aanbouw.

Das Gebäude befindet sich im Bau.


Gerelateerd aan gebouw

synoniemen

bouw - constructie - opbouw - bouwwerk - perceel - bouwsel