Vertaling van kleven

Inhoud:

Nederlands
Duits
kleven, pakken, plakken, elkaar aantrekken {ww.}
aneinander aften
adhärieren

wij kleven
jullie kleven
zij kleven

wir adhärieren
ihr adhäriert
sie adhärieren
» meer vervoegingen van adhärieren

aanhangen, kleven, vastkleven, aankleven {ww.}
sich heften
klebenbleiben
haften
festhaften
kleben

wij kleven
jullie kleven
zij kleven

wir bleiben kleben
ihr bleibt kleben
sie bleiben kleben
» meer vervoegingen van klebenbleiben



Gerelateerd aan kleven

pakken - plakken - elkaar aantrekken - aanhangen - vastkleven - aankleven