Vertaling van lullen

Inhoud:

Nederlands
Duits
kletsen, lullen, meieren, ouwehoeren, snateren, wauwelen, zemelen {ww.}
schnattern
quatschen
sinnloses Zeug reden
Stuß reden
dummes Zeug reden

wij lullen
jullie lullen
zij lullen

wir schnattern
ihr schnattert
sie schnattern
» meer vervoegingen van schnattern

jongeheer [m], leuter [m], lul (mv. lullen) [m], pik [v], snikkel [m], lid, piemel, plasser, penis {zn.}
Penis [m] (der ~)
De penis is één van de mannelijke geslachtsorganen.
Der Penis ist eines der männlichen Geschlechtsorgane.
De penis ging in de vagina.
Der Penis drang in die Vagina ein.
idioot, kropmens, lul (mv. lullen) {zn.}
Kretin
lul (mv. lullen) {zn.}
Schwanz [m] (der ~)
Klotz [m] (der ~)

Gerelateerd aan lullen

kletsen - meieren - ouwehoeren - snateren - wauwelen - zemelen - jongeheer - leuter - lul - pik - snikkel - lid - piemel - plasser - penis