Vertaling van pand

Inhoud:

Nederlands
Duits
pand [o], slip [v], jaspand [o] {zn.}
Rockschoß [m] (der ~)
borgstelling [v], pand [o], onderpand, waarborg {zn.}
Pfandsache
Unterpfand [o] (das ~)
Pfand [o] (das ~)
geslacht [o], huis [o], pand [o], familie [v] {zn.}
Haus [o] (das ~)
Dat huis is groot.
Das Haus ist groß.
Dit is haar huis.
Das ist ihr Haus.


Gerelateerd aan pand

slip - jaspand - borgstelling - onderpand - waarborg - geslacht - huis - familie