Vertaling van personen
Inhoud:
Nederlands
Duits
lieden, mensen, personen {zn.}
Leute
Weinig mensen denken zo.
Wenige Leute denken so.
Zij vindt het leuk mensen te vernederen.
Sie erniedrigt gern Leute.
personage , persoon (mv. personen) {zn.}
Person
Wie is die persoon?
Wer ist diese Person?
Wie is die persoon?
Wer ist diese Person?
Voorbeelden in zinsverband
Nederlands
Duits
"Voor hoeveel personen?" "Voor drie."
„Für wie viele Personen?“ „Für drei.“
Enkele personen zijn bang voor spinnen.
Einige Leute haben Angst vor Spinnen.
Deze maaltijd is genoeg voor twee personen.
Diese Mahlzeit reicht für zwei.
Heeft u een tatami-kamer voor tien personen?
Haben Sie ein Tatami-Zimmer für zehn Personen?
Een tafel voor (één persoon/twee personen) alstublieft!
Einen Tisch für (eine/zwei Personen) bitte!