Vertaling van planten

Inhoud:

Nederlands
Duits
planten, aanplanten, poten {ww.}
pflanzen
anpflanzen
stecken
legen

wij planten
jullie planten
zij planten

wir pflanzen
ihr pflanzt
sie pflanzen
» meer vervoegingen van pflanzen

Planten groeien snel na regen.
Pflanzen wachsen schnell, wenn es geregnet hat.


Gerelateerd aan planten

aanplanten - poten