Vertaling van poten

Inhoud:

Nederlands
Duits
planten, aanplanten, poten {ww.}
pflanzen
anpflanzen
stecken
legen

wij poten
jullie poten
zij poten

wir pflanzen
ihr pflanzt
sie pflanzen
» meer vervoegingen van pflanzen

Planten groeien snel na regen.
Pflanzen wachsen schnell, wenn es geregnet hat.
voet [m], poot (mv. poten) [m] {zn.}
Fuß [m] (der ~)
Pfote [v] (die ~)
Ik ga te voet naar school.
Ich gehe zu Fuß zur Schule.
Hij gaat dikwijls te voet naar school.
Er geht oft zu Fuß zur Schule.
been [o], onderbeen [o], poot (mv. poten) [m] {zn.}
Bein [o] (das ~)
Unterschenkel
Pfote [v] (die ~)
De soldaat was gewond aan het been.
Der Soldat wurde am Bein verwundet.
Zijn gewonde been begon opnieuw te bloeden.
Sein verwundetes Bein begann erneut zu bluten.
homo, homofiel, homosexueel, flikker, poot (mv. poten) {zn.}
Homosexueller [m] (der ~)
Homi
Schwuler [m] (der ~)

Gerelateerd aan poten

planten - aanplanten - voet - poot - been - onderbeen - homo - homofiel - homosexueel - flikker