Vertaling van relatie

Inhoud:

Nederlands
Duits
bekende [m], kennis [v], relatie [v] {zn.}
Bekannter [m] (der ~)
betrekking [v], relatie [v], verhouding [v], opzicht {zn.}
Verhältnis [o] (das ~)
Beziehung [v] (die ~)
Verbindung [v] (die ~)
Hinsicht [v] (die ~)
Conchita voelde zich schuldig dat ze Toms en Mary's relatie had verpest.
Conchita fühlte sich schuldig, weil sie Toms und Marias Beziehung zunichte gemacht hatte.
Ze hebben een goede verhouding met hun buren.
Sie haben zu ihren Nachbarn ein gutes Verhältnis.


Gerelateerd aan relatie

bekende - kennis - betrekking - verhouding - opzicht