Vertaling van rijmen

Inhoud:

Nederlands
Duits
rijmen, berijmen {ww.}
reimen

wij rijmen
jullie rijmen
zij rijmen

wir reimen
ihr reimt
sie reimen
» meer vervoegingen van reimen

accorderen, bijeenpassen, kloppen, overeenstemmen, rijmen, stroken, het eens worden, tot een overeenkomst komen {ww.}
sich vertragen
zusammenpassen
klarkommen
in Einklang sein
übereinstimmen

wij rijmen
jullie rijmen
zij rijmen

wir passen zusammen
ihr passt zusammen
sie passen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenpassen

instemmen, accorderen, bijvallen, schragen, aansluiten, onderschrijven, ondersteunen, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen

wij rijmen
jullie rijmen
zij rijmen

wir stimmen zusammen
ihr stimmt zusammen
sie stimmen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenstimmen

verbroederen, in overeenstemming brengen, rijmen, tot overeenstemming brengen {ww.}
in Übereinstimmung bringen
in Einklang bringen
bijbetalen, bijpassen, in overeenstemming brengen, rijmen, tot overeenstemming brengen {ww.}
in Übereinstimmung bringen
in Einklang bringen
fiatteren, goedvinden, sanctioneren, goedkeuren, het eens zijn, overeenstemmen, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen

wij rijmen
jullie rijmen
zij rijmen

wir stimmen zusammen
ihr stimmt zusammen
sie stimmen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenstimmen

overeenstemmen, het eens zijn, samengaan, accorderen, stroken, bijeenpassen, rijmen, kloppen {ww.}
in Übereinstimmung sein
zusammenstimmen
in Einklang stehen
übereinstimmen

wij rijmen
jullie rijmen
zij rijmen

wir stimmen zusammen
ihr stimmt zusammen
sie stimmen zusammen
» meer vervoegingen van zusammenstimmen

rijm (mv. rijmen), rijp {zn.}
Reif [m] (der ~)
rijm (mv. rijmen) {zn.}
Reim [m] (der ~)