Vertaling van schep
						Inhoud:
						
Nederlands
Duits
blik , schep , schop {zn.}
Schüppe
Schippe
Schaufel
Schippe
Schaufel
componeren, maken, scheppen, schrijven {ww.}
verfassen
abfassen
abfassen
ik schep
ich verfasse
			 					» meer vervoegingen van verfassen
		 					
Ik moet een brief schrijven.
									Ich muss einen Brief verfassen.
								  scheppen, opscheppen {ww.}
schaufeln
ik schep
ich schauf(e)le
			 					» meer vervoegingen van schaufeln
		 					
creëren, maken, scheppen {ww.}
schaffen
erschaffen
erschaffen
ik schep
ich schaffe
			 					» meer vervoegingen van schaffen
		 					
hozen, ontlenen, putten, scheppen {ww.}
entnehmen
entlehnen
schöpfen
entlehnen
schöpfen
ik schep
ich entnehme
			 					» meer vervoegingen van entnehmen