Vertaling van stromen

Inhoud:

Nederlands
Duits
stromen, zich storten {ww.}
strömen

zij stromen

sie strömen
» meer vervoegingen van strömen

lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}
dahinfließen
rinnen
strömen
fließen

zij stromen

sie fließen dahin
» meer vervoegingen van dahinfließen

rivier [v], stroom (mv. stromen) [m] {zn.}
Fluß [m] (der ~)
Is dit een rivier?
Ist dies ein Fluß?
Haar ring viel in een rivier en zonk naar de bodem.
Ihr Ring fiel in einen Fluß und sank bis auf den Grund.
bergstroom [m], vloed [m], stroom (mv. stromen) [m] {zn.}
Strom [m] (der ~)
elektrische stroom [m], stroom (mv. stromen) [m], stroom (mv. stromen) [o] {zn.}
elektrischer Strom [o] (das ~)
stroming [v], loop [m], stroom (mv. stromen) [m] {zn.}
Fließen [o] (das ~)
Lauf [m] (der ~)
Fluß [m] (der ~)
Strömung [v] (die ~)


Gerelateerd aan stromen

zich storten - lopen - vlieten - vloeien - rivier - stroom - bergstroom - vloed - elektrische stroom - stroming - loop