Vertaling van uitstellen

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven {ww.}
verzögern
vertagen
fristen
stunden
aufschieben

ik zal uitstellen
jij zult uitstellen
hij/zij/het zal uitstellen

ich werde verzögern
du wirst verzögern
er/sie/es wird verzögern
» meer vervoegingen van verzögern



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Duits

Je kan het niet langer uitstellen.

Sie können es nicht weiter hinauszögern.

Ik zal mijn reis naar Schotland uitstellen tot het warmer is.

Ich werde meine Reise nach Schottland verschieben, bis es wärmer ist.


Gerelateerd aan uitstellen

aanhouden - verdagen - verschuiven