Vertaling van aanhouden

Inhoud:

Nederlands
Duits
aanhouden, beklijven, duren, standhouden, voortduren {ww.}
dauern
sich hinziehen
währen

ik zal aanhouden
jij zult aanhouden
hij/zij/het zal aanhouden

ich werde dauern
du wirst dauern
er/sie/es wird dauern
» meer vervoegingen van dauern

Je weet nooit hoelang deze vergaderingen zullen duren.
Man weiß nie, wie lang diese Treffen dauern werden.
aanhouden, uitstellen, verdagen, verschuiven {ww.}
verzögern
vertagen
fristen
stunden
aufschieben

ik zal aanhouden
jij zult aanhouden
hij/zij/het zal aanhouden

ich werde verzögern
du wirst verzögern
er/sie/es wird verzögern
» meer vervoegingen van verzögern

aanhouden, arresteren, inrekenen, in verzekerde bewaring nemen {ww.}
arretieren
verhaften
arrestieren
festnehmen

ik zal aanhouden
jij zult aanhouden
hij/zij/het zal aanhouden

ich werde arretieren
du wirst arretieren
er/sie/es wird arretieren
» meer vervoegingen van arretieren

aanhouden, keren, stilleggen, stilzetten, stoppen, stuiten {ww.}
aufhalten
sperren
zum Stehen bringen
anhalten

ik zal aanhouden
jij zult aanhouden
hij/zij/het zal aanhouden

ich werde aufhalten
du wirst aufhalten
er/sie/es wird aufhalten
» meer vervoegingen van aufhalten