Vertaling van welzijn

Inhoud:

Nederlands
Duits
welvaart, welzijn {zn.}
Wohlstand [m] (der ~)
Wohlhabenheit
Wohlfahrt [v] (die ~)
gezondheid [v], goede gezondheid [v], wel, welstand, welvaren, welzijn {zn.}
Wohl [o] (das ~)
Wohlergehen [o] (das ~)
Wohlbefinden [o] (das ~)
Wohlsein [o] (das ~)
Een oude bok lust ook nog wel een groen blaadje.
Einen alten Bock gelüstet es wohl noch nach einem grünen Blatt.


Gerelateerd aan welzijn

welvaart - gezondheid - goede gezondheid - wel - welstand - welvaren