Vertaling van wip

Inhoud:

Nederlands
Duits
wip, wipplank {zn.}
Schaukelbrett [o] (das ~)
bascule, wip {zn.}
Wippschaukel
Schwenkhebel
Schwinghebel
Hebebaum
Wippbaum
Wippe [v] (die ~)
moment, ogenblik, oogwenk, tel [m], tijdstip, wijl, wip {zn.}
Moment [m] (der ~)
Augenblick [m] (der ~)
Aardbevingen kunnen zich op elk moment voordoen.
Erdbeben können jeden Augenblick geschehen.
Een ogenblik alsjeblieft!
Einen Augenblick bitte!
copuleren, naaien, neuken, vozen, wippen {ww.}
Sex haben [o]
balanceren, hobbelen, schommelen, wiegelen, wiegen, wippen {ww.}
schwanken
sich hin und her neigen
wippen
sich schaukeln
schaukeln
sich wiegen

ik wip

ich schwanke
» meer vervoegingen van schwanken

wippen {ww.}
auf der Wippe schaukeln
wippen

ik wip

ich wippe
» meer vervoegingen van wippen

kappen, vellen, neervellen, wippen {ww.}
fällen

ik wip

ich falle
» meer vervoegingen van fallen


Gerelateerd aan wip

wipplank - bascule - moment - ogenblik - oogwenk - tel - tijdstip - wijl - copuleren - naaien - neuken - vozen - wippen - balanceren - hobbelen