Vertaling van aangelegen

Inhoud:

Nederlands
Engels
aangrenzend, aangelegen, aanliggend, appositioneel, contigu, naastgelegen, nevenliggend {bn.}
coextensive
conterminous
coterminous
aanliggen, liggen {ww.}
to lie

ik heb aangelegen
jij hebt aangelegen
hij/zij/het heeft aangelegen

I have lain; lied
you have lain; lied
he/she/it has lain; lied
» meer vervoegingen van to lie

Twee keer in de week kwam de tuinman om het gras te maaien, daarom kon ik nooit in het lange gras liggen.
Twice a week the gardener would come to mow the grass, so I could never lie and read in the long grass.


Gerelateerd aan aangelegen

aangrenzend - aanliggend - appositioneel - contigu - naastgelegen - nevenliggend - aanliggen - liggennabijgelegen - pozen