Vertaling van aangezet

Inhoud:

Nederlands
Engels
aan, aangestoken, aangezet, ingeschakeld {bn.}
on 
aanzetten, aanzetten tot, activeren {ww.}
to actuate
to switch on
to activate 
to turn on
to start 
to put on

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have actuated
you have actuated
he/she/it has actuated
» meer vervoegingen van to actuate

aanzetten, slijpen, scherpen, wetten {ww.}
to sharpen 
to quicken
to whet

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have quickened
you have quickened
he/she/it has quickened
» meer vervoegingen van to quicken

Mag ik mijn potlood scherpen?
May I sharpen my pencil?
aanzetten, voordoen {ww.}
to place 
to assign 
to paste 
to apply 
to append
to add 
to put onto
to attach 

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have placed
you have placed
he/she/it has placed
» meer vervoegingen van to place

aanvuren, aanwakkeren, aanzetten, verlevendigen {ww.}
to urge
to stir up
to stimulate 
to inspire
to fire 
to fan

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have urged
you have urged
he/she/it has urged
» meer vervoegingen van to urge

benadrukken, aanzetten, beklemtonen, hameren, tamboereren, onderstrepen, onderlijnen, accentueren, de klemtoon leggen op {ww.}
to punctuate
to emphasise
to emphasize 
to stress 
to accentuate 
to accent

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have punctuated
you have punctuated
he/she/it has punctuated
» meer vervoegingen van to punctuate

aanbakken, aanzetten {ww.}
to fur 

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have furred
you have furred
he/she/it has furred
» meer vervoegingen van to fur

aannaaien, aanzetten, vastnaaien {ww.}
to sew on
to sew 

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have sewn
you have sewn
he/she/it has sewn
» meer vervoegingen van to sew

aandoen, aanzetten, inschakelen {ww.}
to turn on
aan de praat krijgen, aanzetten, op gang brengen {ww.}
to put on
to start 
to switch on
to turn on
to activate 
to enable

ik heb aangezet
jij hebt aangezet
hij/zij/het heeft aangezet

I have started
you have started
he/she/it has started
» meer vervoegingen van to start