Vertaling van afkeer

Inhoud:

Nederlands
Engels
afkeer [m], antipathie [v], hekel {zn.}
repugnance
dislike 
antipathy
aversion
afkeer [m], misselijkheid [v], walging [v], weeheid [v], walg, weerzin {zn.}
nausea
loathing
disgust
afkeer [m] (de ~), aversie [v] (de ~), degôut, degoût, tegenzin [m] (de ~), weerstand [m] (de ~), weerzin [m] (de ~) {zn.}
dislike


Gerelateerd aan afkeer

antipathie - hekel - misselijkheid - walging - weeheid - walg - weerzin - aversie - degôut - degoût - tegenzin - weerstandonbehagen