Vertaling van aflezen

Inhoud:

Nederlands
Engels
aflezen, checken, controleren, nakijken, surveilleren, toezien {ww.}
to check 
to examine
to review 
to oversee
to moderate 
to collate
to verify
to supervise
to audit

ik zal aflezen
jij zult aflezen
hij/zij/het zal aflezen

I will check
you will check
he/she/it will check
» meer vervoegingen van to check

Ik wilde net mijn e-mail gaan controleren.
I just wanted to check my email.
Je moet het niveau van de koelvloeistof in de motor regelmatig controleren.
You should check the engine coolant level regularly.
aflezen, uitkrijgen, uitlezen {ww.}
to read out
to read 

ik zal aflezen
jij zult aflezen
hij/zij/het zal aflezen

I will read
you will read
he/she/it will read
» meer vervoegingen van to read

aflezen {ww.}
to finish

ik zal aflezen
jij zult aflezen
hij/zij/het zal aflezen

I will finish
you will finish
he/she/it will finish
» meer vervoegingen van to finish

aflezen {ww.}
to read

ik zal aflezen
jij zult aflezen
hij/zij/het zal aflezen

I will read
you will read
he/she/it will read
» meer vervoegingen van to read

aflezen {ww.}
to read

ik zal aflezen
jij zult aflezen
hij/zij/het zal aflezen

I will read
you will read
he/she/it will read
» meer vervoegingen van to read



Gerelateerd aan aflezen

checken - controleren - nakijken - surveilleren - toezien - uitkrijgen - uitlezenvoorlezen - lezen - vaststellen