Vertaling van afspringen

Inhoud:

Nederlands
Engels
afspringen {ww.}
to leap down
to alight
to jump off

ik zal afspringen
jij zult afspringen
hij/zij/het zal afspringen

I will alight
you will alight
he/she/it will alight
» meer vervoegingen van to alight

afspringen {ww.}
to come to nothing
to break down
afspringen {ww.}
to jump off
to leap down

ik zal afspringen

afspringen, afketsen, afstuiten {ww.}
to scrub
to cancel
to scratch
to call off

ik zal afspringen
jij zult afspringen
hij/zij/het zal afspringen

I will scrub
you will scrub
he/she/it will scrub
» meer vervoegingen van to scrub

afspringen {ww.}
to jump off
afspringen {ww.}
to jump off
afspringen {ww.}
to spring
to jump
to leap
to bound

ik zal afspringen
jij zult afspringen
hij/zij/het zal afspringen

I will spring
you will spring
he/she/it will spring
» meer vervoegingen van to spring

afschampen, afspringen {ww.}
to spring
to take a hop
to reverberate
to ricochet
to resile
to recoil
to rebound
to bound
to bounce

ik zal afspringen
jij zult afspringen
hij/zij/het zal afspringen

I will spring
you will spring
he/she/it will spring
» meer vervoegingen van to spring

afslaan, afspringen {ww.}
to go
to go bad
to give out
to give way
to fail
to die
to conk out
to break down
to break

ik zal afspringen
jij zult afspringen
hij/zij/het zal afspringen

I will go
you will go
he/she/it will go
» meer vervoegingen van to go



Gerelateerd aan afspringen

afketsen - afstuiten - afschampen - afslaanfloppen - springen - schampen - nokken