Vertaling van springen

Inhoud:

Nederlands
Engels
springen {ww.}
to jump
to leap
to spring 

wij springen
jullie springen
zij springen

we jump
you jump
they jump
» meer vervoegingen van to jump

springen {ww.}
to jump [o]

wij springen
jullie springen
zij springen

we jump
you jump
they jump
» meer vervoegingen van to jump

Ik heb de man zien springen.
I saw the man jump.
springen {ww.}
to bust
to burst

wij springen
jullie springen
zij springen

we bust
you bust
they bust
» meer vervoegingen van to bust

springen {ww.}
to jump
to spring
to leap
to bound

wij springen
jullie springen
zij springen

we jump
you jump
they jump
» meer vervoegingen van to jump

springen, uitspringen {ww.}
to stick out
to protrude
to jut out
to project
to jut

wij springen
jullie springen
zij springen

we protrude
you protrude
they protrude
» meer vervoegingen van to protrude

exploderen, losbarsten, ontploffen, springen, uitbarsten {ww.}
to break out
to explode

wij springen
jullie springen
zij springen

we explode
you explode
they explode
» meer vervoegingen van to explode

barsten, openbarsten, scheuren, springen, bersten, openbersten {ww.}
to burst 

wij springen
jullie springen
zij springen

we burst
you burst
they burst
» meer vervoegingen van to burst

springen {ww.}
to jump
to spring
to leap
to bound

wij springen
jullie springen
zij springen

we jump
you jump
they jump
» meer vervoegingen van to jump

springen {ww.}
to pair
to couple
to mate
to copulate

wij springen
jullie springen
zij springen

we pair
you pair
they pair
» meer vervoegingen van to pair



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Ik heb de man zien springen.

I saw the man jump.

Tom pleegde zelfmoord door van een brug af te springen.

Tom committed suicide by jumping off a bridge.