Vertaling van afzenden
						Inhoud:
						
Nederlands
Engels
afzenden, uitsturen, versturen, verzenden, wegsturen, wegzenden {ww.}
ik zal afzenden
jij zult afzenden
hij/zij/het zal afzenden
I will send
you will send
he/she/it will send
			 					» meer vervoegingen van to send
		 					
ik zal afzenden
jij zult afzenden
hij/zij/het zal afzenden
I will forward
you will forward
he/she/it will forward
			 					» meer vervoegingen van to forward
		 					
versturen, afzenden, expediëren, opsturen, verzenden, wegsturen {ww.}
to send
to send off
to get off
to send off
to get off
ik zal afzenden
jij zult afzenden
hij/zij/het zal afzenden
I will send
you will send
he/she/it will send
			 					» meer vervoegingen van to send
		 					
Ik heb ze gezegd dat ze me nog een ticket moeten opsturen.
									I told them to send me another ticket.