Vertaling van agglomeratie

Inhoud:

Nederlands
Engels
agglomeratie [v], agglomereren [o], samenklonteren, samenklontering [v] {zn.}
agglomeration
samenklontering [v], agglomeratie [v], agglomereren [o], samenklonteren {zn.}
agglomeration
agglomeratie [v] (de ~) {zn.}
sprawl
urban sprawl
conurbation
opeenhoping [v] (de ~), cumulatie [v] (de ~), ophoping [v] (de ~), verdichting, accumulatie [v] (de ~), concentratie [v] (de ~), opeenstapeling [v] (de ~), agglomeratie [v] (de ~) {zn.}
buildup