Vertaling van aurora

Inhoud:

Nederlands
Engels
aurora, morgenlicht, morgenrood {zn.}
dawn 
aurora
Aurora {eigenn.}
Aurora
Eos, aurora, morgenkrieken, morgenlicht, morgenstond [m] (de ~), ochtendgloren [o] (het ~), ochtendkrieken, ochtendlicht [o] (het ~), ochtendstond, dageraad [m] (de ~), morgen [m] (de ~) {zn.}
morning
dawn
sunup
sunrise
first light
dayspring
daybreak
dawning
cockcrow
break of the day
break of day
aurora
Vanmorgen bij het ochtendgloren was er een lichte aardbeving.
There was a weak earthquake toward dawn this morning.
Goede morgen!
Good morning.
noorderlicht [o] (het ~), aurora {zn.}
aurora borealis
northern lights
Een van mijn dromen is ooit het noorderlicht te zien krijgen.
One of my dreams is to one day see the aurora borealis.