Vertaling van boog

Inhoud:

Nederlands
Engels
boog [m], toog, ronding {zn.}
bow
arch 
arc
boog [m], handboog {zn.}
bow
boog [m] (de ~), schietboog {zn.}
bow and arrow
boog [m] (de ~) {zn.}
arc
boog {zn.}
arch
buigen, doen overhellen, neigen {ww.}
to tip 
to incline
to tilt
to bend

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I tipped
you tipped
he/she/it tipped
» meer vervoegingen van to tip

buigen, doorbuigen, ombuigen {ww.}
to curve 
to bend

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I curved
you curved
he/she/it curved
» meer vervoegingen van to curve

buigen, doorbuigen, ombuigen, zich krommen, zich buigen {ww.}
to curve 
to sag
to bend

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I curved
you curved
he/she/it curved
» meer vervoegingen van to curve

buigen, een buiging maken, nijgen {ww.}
to bow
to curtsy

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I bowed
you bowed
he/she/it bowed
» meer vervoegingen van to bow

buigen, bukken, zich bukken {ww.}
to bend
to stoop
to lean 

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I bent
you bent
he/she/it bent
» meer vervoegingen van to bend

aflopen, buigen, hellen, overhellen, zich bukken {ww.}
to stoop
to lean 
to slant 
to slope 
to tip 

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I leant; leaned
you leant; leaned
he/she/it leant; leaned
» meer vervoegingen van to lean

buigen, krombuigen, krommen, verbuigen {ww.}
to bend
to curve 

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I bent
you bent
he/she/it bent
» meer vervoegingen van to bend

buigen, doorbuigen, trekken, kromtrekken, zich krommen {ww.}
to bend
to curve 
to wind 

ik boog
jij boog
hij/zij/het boog

I bent
you bent
he/she/it bent
» meer vervoegingen van to bend



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij boog voor zijn leerkracht.

He bowed to his teacher.

Zij boog zich over het kind.

She bent over the child.

De autoweg ging verder in een wijde boog.

The highway went on in a large curve.

Hij boog zich over haar en zei, "Nee, ik lieg niet."

He leaned over her and said, "No, I'm not lying."