Vertaling van geschoold

Inhoud:

Nederlands
Engels
bevoegd, geschoold, vakbekwaam {bn.}
able 
geschoold {bn.}
skilled
bijbrengen, instrueren, leren, scholen {ww.}
to teach 
to instruct 

ik heb geschoold
jij hebt geschoold
hij/zij/het heeft geschoold

I have taught
you have taught
he/she/it has taught
» meer vervoegingen van to teach

Ik kan je leren vechten.
I can teach you how to fight.
Kun je me leren vliegen?
Can you teach me how to fly?
opleiden, scholen {ww.}
to train
to educate
to prepare
to develop

ik heb geschoold
jij hebt geschoold
hij/zij/het heeft geschoold

I have trained
you have trained
he/she/it has trained
» meer vervoegingen van to train



Gerelateerd aan geschoold

bevoegd - vakbekwaam - bijbrengen - instrueren - leren - scholen - opleidenkundig - onderwijzen