Vertaling van gewond

Inhoud:

Nederlands
Engels
gewond {bn.}
injured
wounded 
gewond, aangeschoten {bn.}
hurt
weakened
kwetsen, wonden, verwonden {ww.}
to wound 
to maul
to injure 
to hurt 

ik heb gewond
jij hebt gewond
hij/zij/het heeft gewond

I have wounded
you have wounded
he/she/it has wounded
» meer vervoegingen van to wound

Zout in iemands wonden wrijven.
Rub salt in the wound.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Niemand was gewond.

Nobody was injured.

De soldaat was gewond aan het been.

The soldier was wounded in the leg.

Ze raakte gewond in een auto-ongeluk.

She was injured in a car accident.

Tom is gewond geraakt bij een auto ongeluk.

Tom was injured in a car accident.

Ik kan niet uitgaan omdat ik een week geleden gewond raakte in een ongeval.

I can't go out, because I was injured a week ago in an accident.

Het was omdat hij gewond was dat hij besloot terug te keren naar Amerika.

It was because he was injured that he decided to return to America.

Ik heb je gezegd dat het gevaarlijk was. Je raakte gewond omdat je niet heb geluisterd.

I told you it was dangerous. The reason you got hurt was because you didn't listen.

We moeten hem dringend naar het ziekenhuis brengen, hij is zwaar gewond.

We have to rush him to the hospital, he is badly injured.


Gerelateerd aan gewond

aangeschoten - kwetsen - wonden - verwonden