Vertaling van goedig

Inhoud:

Nederlands
Engels
goedaardig, goedhartig, goedig {bn.}
good-hearted
kind 
kindly 
goedig, braaf, doodgoed, goedhartig, goedmoedig, goeiig, trouwhartig {bn.}
kind
coulant, goedig, handelbaar, toegevend {bn.}
accommodating
good-hearted
agreeable 


Gerelateerd aan goedig

goedaardig - goedhartig - braaf - doodgoed - goedmoedig - goeiig - trouwhartig - coulant - handelbaar - toegevendgoed