Vertaling van grijp

Inhoud:

Nederlands
Engels
bemachtigen, grijpen, aangrijpen, vastgrijpen {ww.}
to nab 
to snatch 
to seize 
to grip 
to grasp
to grab 
to clutch 

ik grijp

beetpakken, grijpen, vatten {ww.}
to snatch 
to grab 
to seize 
to grasp

ik grijp

I grab
» meer vervoegingen van to grab

griffioen [m] (de ~), grijp [m] (de ~) {zn.}
griffon
gryphon
griffin
grijpen {ww.}
to prehend
to seize
to clutch

ik grijp

I seize
» meer vervoegingen van to seize

grijpen {ww.}
to grab
to take hold of
to catch

ik grijp

I grab
» meer vervoegingen van to grab



Gerelateerd aan grijp

bemachtigen - grijpen - aangrijpen - vastgrijpen - beetpakken - vatten - griffioenvasthechten - verroeren