Vertaling van groeien

Inhoud:

Nederlands
Engels
groeien, vegeteren {ww.}
to vegetate

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we vegetate
you vegetate
they vegetate
» meer vervoegingen van to vegetate

groeien, aangroeien, stijgen, toenemen {ww.}
to grow 
to increase 
to rise 
to augment 

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we grow
you grow
they grow
» meer vervoegingen van to grow

Sinaasappels groeien in warme landen.
Oranges grow in warm countries.
Planten groeien snel na regen.
Plants grow quickly after rain.
groeien, aangroeien, toenemen {ww.}
to augment 
to aggrandize
to accrue 
to enlarge 
to increase 

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we augment
you augment
they augment
» meer vervoegingen van to augment

gedijen, groeien, toenemen, wassen, aanwassen {ww.}
to grow 
to wax 
to accrue 

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we grow
you grow
they grow
» meer vervoegingen van to grow

meerderen, groeien, vermeerderen {ww.}
to grow

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we grow
you grow
they grow
» meer vervoegingen van to grow

wassen, groeien {ww.}
to grow

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we grow
you grow
they grow
» meer vervoegingen van to grow

wassen, groeien {ww.}
to grow
to mature
to maturate

wij groeien
jullie groeien
zij groeien

we grow
you grow
they grow
» meer vervoegingen van to grow



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Sinaasappels groeien in warme landen.

Oranges grow in warm countries.

Planten groeien snel na regen.

Plants grow quickly after rain.


Gerelateerd aan groeien

vegeteren - aangroeien - stijgen - toenemen - gedijen - wassen - aanwassen - meerderen - vermeerderentoenemen - wassen