Vertaling van haken

Inhoud:

Nederlands
Engels
haken {ww.}
to secure 
to couple 
to hang 
to hook 

wij haken
jullie haken
zij haken

we secure
you secure
they secure
» meer vervoegingen van to secure

haken, aanhaken, vasthaken {ww.}
to hook

wij haken
jullie haken
zij haken

we hook
you hook
they hook
» meer vervoegingen van to hook

haken {ww.}
to hook

wij haken
jullie haken
zij haken

we hook
you hook
they hook
» meer vervoegingen van to hook

haken {ww.}
to hook
to crochet

wij haken
jullie haken
zij haken

we hook
you hook
they hook
» meer vervoegingen van to hook

haak (mv. haken) [m], haakje [o] {zn.}
breve
haak (mv. haken) [m], bootshaak [m] {zn.}
boathook
haak (mv. haken) [m] {zn.}
hook 
haak (mv. haken) [m] {zn.}
hook 
smachten, dorsten, haken, hunkeren, reikhalzen, snakken, hongeren {ww.}
to long
to yearn
to hanker

wij haken
jullie haken
zij haken

we long
you long
they long
» meer vervoegingen van to long

vishaak [m] (de ~), angel, hoek, haak [m] (de ~) {zn.}
fishhook
haak [m] (de ~), haakje [o] (het ~) {zn.}
hook
haak (mv. haken) {zn.}
sandbank
haak (mv. haken), haakje [o] (het ~) {zn.}
bracket
square bracket
haak (mv. haken) {zn.}
hook