Vertaling van vasthaken

Inhoud:

Nederlands
Engels
vasthaken {ww.}
to fasten
to hook 
to clasp 
enteren, aanhaken, vasthaken {ww.}
to hook on
to attach 
to hitch on
haken, aanhaken, vasthaken {ww.}
to hook


Gerelateerd aan vasthaken

enteren - aanhaken - hakenvasthechten