Vertaling van hoos

Inhoud:

Nederlands
Engels
hoos, waterhoos {zn.}
waterspout
hoos {zn.}
thigh boot
hip boot
hozen, ontlenen, putten, scheppen {ww.}
to bail
to spoon 
to extract
to excerpt
to draw 

ik hoos

I bail
» meer vervoegingen van to bail

uitscheppen, hozen, leeghozen {ww.}
to bail out
windhoos [m] (de ~), hoos [m] (de ~) {zn.}
hurricane
hozen, plasregenen, sausen, slagregenen, storten, stortregenen, gieten, plenzen, zeiken {ww.}
to stream
to rain cats and dogs
to pour
to rain buckets
to pelt

ik hoos

I pour
» meer vervoegingen van to pour