Vertaling van landgoed

Inhoud:

Nederlands
Engels
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
farm 
property
estate 
land 
ranch 
De stal is net achter de boerderij.
The stable is right behind the farm house.
Vorige zomer werkte ik parttime op een boerderij.
Last summer, I worked part time on a farm.
landgoed [o] (het ~), goed, zate {zn.}
estate
landed estate
land
demesne
acres
Hij handelt in onroerend goed.
He deals in real estate.


Gerelateerd aan landgoed

boerderij - goed - bezitting - zategrondgebied