Vertaling van lurken

Inhoud:

Nederlands
Engels
lurken, zuigen, opzuigen {ww.}
to suck 
lurken, afsabbelen {ww.}
to masticate
to jaw
to manducate
to chew

wij lurken
jullie lurken
zij lurken

we masticate
you masticate
they masticate
» meer vervoegingen van to masticate

lebberen, leppen, lurken, slobberen {ww.}
to slurp


Gerelateerd aan lurken

zuigen - opzuigen - afsabbelen - lebberen - leppen - slobberenzuigen - drinken