Vertaling van nazaat

Inhoud:

Nederlands
Engels
afstammeling [m], nakomeling [m], nazaat {zn.}
successor
descendant
offspring
nakomeling [m] (de ~), afstammeling [m] (de ~), descendent, nazaat [m] (de ~), zoon [m] (de ~), telg [m] (de ~) {zn.}
descendent
descendant


Gerelateerd aan nazaat

afstammeling - nakomeling - descendent - zoon - telgfamilielid