Vertaling van net

Inhoud:

Nederlands
Engels
net [o], netwerk [o] {zn.}
network 
net 
Hij repareerde het net.
He fixed the net.
Het blijkt dat dit een zeer gunstige factor is voor ons project, dat juist als doel heeft in samenwerking een netwerk te scheppen van vertalingen in zoveel mogelijk talen.
It has become evident that this is a very favorable factor for our project, which aims precisely at creating a network of translations in as many languages as possible…
net [o] {zn.}
net 
network 
net, duidelijk {bn.}
neat 
fair 
clear-cut
spruce 
net, netschrift {zn.}
fair copy
mooi, net {bw.}
beautifully
fine 
fraai, mooi, knap, net, schoon {bn.}
beautiful 
fine 
handsome 
lovely 
fair 
pretty 
elegant, net {bw.}
funkily
elegantly 
bagagenet [o], net, rek {zn.}
rack 
bevallig, elegant, net, piekfijn, zwierig {bn.}
elegant 
funky
perky
stylish 
spruce 
degelijk, eerlijk, eerzaam, fatsoenlijk, net {bn.}
above-board
honest 
upright
forthright
honourable
juist, net, pal, precies, exact {bw.}
exactly 
just 
okay 
right 
accurately 
correctly 
precisely 
aright
juist, net, pas, straks, zojuist, zoëven, daarnet, daarstraks, zonet {bw.}
just 
just now
newly 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij repareerde het net.

He fixed the net.

Hij is net teruggekomen.

He has just come back.

Hij is net gegaan.

He left just now.

Paul heeft net gebeld.

Paul telephoned just now.

Ik ben net opgestaan.

I just got up.

Ze is net vertrokken.

She just left.

Razvan is net vertrokken.

Razvan just left.

Ik ben net overvallen geweest.

I've just been mugged.

Je lijkt net op hem.

You look just like him.

Ze is net twintig geworden.

She has just turned twenty.

Ik ben net terug uit school.

I have just come back from school.

Ik ben net zo sterk als jij.

I am as strong as you.

Het is hier nog net als vroeger.

It's still just as before here.

Die bofkont heeft net de loterij gewonnen.

The lucky sod just won the lottery.

Ik heb het boek net uitgelezen.

I have just finished reading the book.


Gerelateerd aan net

netwerk - duidelijk - netschrift - mooi - fraai - knap - schoon - elegant - bagagenet - rek - bevallig - piekfijn - zwierig - degelijk - eerlijk