Vertaling van opdringen

Inhoud:

Nederlands
Engels
forceren, opdringen {ww.}
to assert
to thrust 
to impose 
to coerce 
to force 

ik zal opdringen
jij zult opdringen
hij/zij/het zal opdringen

I will assert
you will assert
he/she/it will assert
» meer vervoegingen van to assert

opdringen {ww.}
to foist

ik zal opdringen
jij zult opdringen
hij/zij/het zal opdringen

I will foist
you will foist
he/she/it will foist
» meer vervoegingen van to foist

opdringen {ww.}
to thrust
to force

ik zal opdringen
jij zult opdringen
hij/zij/het zal opdringen

I will thrust
you will thrust
he/she/it will thrust
» meer vervoegingen van to thrust

opdringen {ww.}
to press on
to push on
to plough on


Gerelateerd aan opdringen

forcerenaanbieden - dwingen - dringen