Vertaling van plegen

Inhoud:

Nederlands
Engels
plegen {ww.}
to tend
to run
to incline
to lean
to be given

wij plegen
jullie plegen
zij plegen

we tend
you tend
they tend
» meer vervoegingen van to tend

plegen {ww.}
to make
to do
to cause

wij plegen
jullie plegen
zij plegen

we make
you make
they make
» meer vervoegingen van to make

Ik wil een telefoontje plegen, maar ik heb geen kleingeld.
I want to make a phone call, but I don't have any change now.
gewend zijn, gewoon zijn, plegen {ww.}
to be accustomed
to be in the habit of
begaan, bedrijven, plegen {ww.}
to commit
to pull
to perpetrate

wij plegen
jullie plegen
zij plegen

we commit
you commit
they commit
» meer vervoegingen van to commit

Ze probeert zelfmoord te plegen.
She's trying to commit suicide.
Hij probeert zelfmoord te plegen.
He's trying to commit suicide.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Engels

Hij probeerde zelfmoord te plegen.

He attempted suicide.

Ze probeert zelfmoord te plegen.

She's trying to commit suicide.

Hij probeert zelfmoord te plegen.

He's trying to commit suicide.

Ik zou ongelukkig zijn, maar ik zou geen zelfmoord plegen.

I'd be unhappy, but I wouldn't kill myself.

Ik wil een telefoontje plegen, maar ik heb geen kleingeld.

I want to make a phone call, but I don't have any change now.

Hij probeerde zelfmoord te plegen, omdat hij haar liefde verloren had.

He tried to kill himself because he lost her love.


Gerelateerd aan plegen

gewend zijn - gewoon zijn - begaan - bedrijvenzijn - handelen - verrichten