Vertaling van predikant

Inhoud:

Nederlands
Engels
kanselredenaar, predikant {zn.}
preacher 
dominee [m], pastor [m], predikant, voorganger, zielszorger [m], zielverzorger {zn.}
pastor
predikant [m] (de ~), dominee [m] (de ~), geloofsverkondiger, leraar, prediker [m] (de ~) {zn.}
man of the cloth
reverend
clergyman


Gerelateerd aan predikant

kanselredenaar - dominee - pastor - voorganger - zielszorger - zielverzorger - geloofsverkondiger - leraar - predikergeestelijke