Vertaling van propriëteit

Inhoud:

Nederlands
Engels
bezit [o] (het ~), boeltje, have [m] (de ~), possessie, propriëteit {zn.}
possession
Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.
Portugal has decriminalized the personal possession of drugs.
eigenschap [v] (de ~), propriëteit, hoedanigheid [v] (de ~) {zn.}
characteristic
bezitting [v] (de ~), propriëteit, eigendom [m] (de ~) {zn.}
holding
property
belongings


Gerelateerd aan propriëteit

bezit - boeltje - have - possessie - eigenschap - hoedanigheid - bezitting - eigendomgroep - iets